Rookpreventie Jeugd gaat met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur proberen te achterhalen wat er in de NEN-Tabakscommissie besproken werd in de tijd dat de overheid daar nog aan deelnam.
Door Phon van den Biesen*
De Tabakscommissie – van het Nederlands Normalisatie instituut, de NEN, bespreekt alle NEN-ISO-standaards die te maken hebben met de productie en verkoop van tabaks- en aanverwante producten. Rookpreventie Jeugd (RPJ) wil proberen met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur te achterhalen wat er in die commissie zoal besproken werd voordat de overheid eruit stapte. Het ministerie van VWS bleek, vriendelijk gezegd, uiterst terughoudend met het verschaffen van alle gevraagde informatie. Daarom stapt de SRPJ nu naar de rechter teneinde alsnog volledige openbaarheid af te dwingen.
De sjoemelsigaret
Het fenomeen sjoemelsigaret is inmiddels aardig bekend. De wet schrijft voor dat een roker per sigaret maximaal 10 mg teer, 1 mg nicotine en 10mg koolmonoxide (ook wel aangeduid als: de TNCO-waarden) mag binnenkrijgen. Niet dat daarmee de schadelijkheid van roken wordt tegengehouden, maar misschien is dat toch iets minder schadelijk dan de 15 mg, 1 mg en 15 mg die tot 2001 was toegelaten. Inmiddels weten wij dat deze wettelijke begrenzing in de praktijk niets voorstelt. De tabaksindustrie weet namelijk de meetapparatuur op slinkse wijze te foppen, met name door kleine gaatjes in de sigarettenfilters aan te brengen. Hoeveel gaatjes en volgens welke patroontjes die worden aangebracht, dat maakt elke sigarettenmaker voor zich uit. De gaatjes zorgen ervoor dat de meetmachine bij het meten extra schone lucht ‘inhaleert’ en daarmee wordt de te onderzoeken rook aardig verdund, zodat de uitkomsten van deze metingen veel lagere gifwaarden laten zien dan de werkelijke.
Het RIVM deed een controletest met een andere meetmethode dan de wettelijke, de Canadian Intense, en plakte tevoren die gaatjes dicht – net zoals de roker dat doet met vingers of lippen – en paste intensiteit en frequentie van de ‘trekjes’ aan aan de Canadian Intense-meetmethode. Vervolgens deed het RIVM opnieuw metingen en de conclusie was dat sigaretten die zónder plakbandjes glansrijk door de wettelijke controle kwamen, mét plakbandje twee- tot driemaal zoveel teer, nicotine en koolmonoxide blijken te bevatten: 20 tot 30 mg teer, 2 tot 3 mg nicotine en 20 tot 30 mg koolmonoxide; en bij sommige sigaretten is dat wel vijfmaal zoveel. Omdat de Canadian Intense-methode het echte roken veel beter nabootst dan de wettelijk voorgeschreven methode staat nu vast dat rokers veel meer gifstoffen binnenkrijgen dan wettelijk is toegestaan.
NEN-ISO-standaards
De wettelijke controle van de TNCO-waarden vindt plaats volgens een in de wet voorgeschreven methode die moet voldoen aan precies voorgeschreven NEN-ISO-standaards. Alleen metingen die volgens deze standaards (waaronder een NEN-ISO-rookmachine) worden uitgevoerd zijn geldig. De Stichting Rookpreventie Jeugd wilde weten hoe die NEN-ISO-standaards tot stand waren gekomen en deed bij het ministerie van VWS een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De bedoeling was inzage te verkrijgen in alles wat er in de NEN-Tabakscommissie over de standaards was besproken. Dat kon, omdat tot een paar jaar geleden ambtenaren van RIVM en NVWA deel uitmaakten van die NEN-commissie.
Terzijde, die ambtenaren zijn door de staatsecretaris van VWS in 2017 van de ene op de andere dag uit die commissie teruggetrokken toen de staatssecretaris, van Rookpreventie Jeugd!, vernam dat in die NEN-commissie behalve die twee ambtenaren ook nog acht andere leden zaten én dat die acht stuk voor stuk vertegenwoordigers waren van de tabaksindustrie. In dat gezelschap horen helemaal geen overheidsdienaren thuis, want die moeten volgens een door Nederland ondertekend internationaal antitabaksverdrag (FCTC) bij beleid op tabaksgebied de tabaksindustrie juist buiten de deur houden. Dus samen met de tabaksindustrie in een commissie zitten is geheel uit den boze.
In de Wob-procedure meldde de NEN zich als belanghebbende partij en maakte in alle standen bezwaar tegen afgifte van de gevraagde informatie. De NEN-bezwaren werden door VWS voor een belangrijk deel gehonoreerd dus Rookpreventie Jeugd kreeg maar een fractie van waarom ze gevraagd had. Daarom ligt deze zaak nu op de tafel van de Amsterdamse bestuursrechter, die de waarde van de bezwaren van de NEN moet beoordelen.
Recht op openbaarheid
Rookpreventie Jeugd zegt: die NEN-ISO-standaards op tabaksgebied vinden uiteindelijk hun weg naar Europese en Nederlandse wetgeving en de burger heeft altijd recht op inzage in de voorgeschiedenis van een wet, dus ook recht op de totstandkomingsgeschiedenis van de NEN-ISO-standaards die het tot wetgeving blijken te kunnen schoppen. Bij gewone wetten is die geschiedenis gewoon openbaar: het wetsontwerp, de memorie van toelichting, de wijzigingen in het ontwerp, het overleg in de Tweede Kamer, enz., enz., is allemaal helemaal openbaar. Maar voor de NEN-ISO-standaards, die tot Europese en Nederlandse wet zijn verheven, geldt dat niet: hun ‘wetsgeschiedenis’ is nergens te vinden. Sterker nog: ook de NEN-ISO-standaards zelf kun je nergens in openbare publicaties vinden, maar te koop zijn ze wel en daar moet flink voor betaald worden.
Dat gaat om bedragen van € 85 tot enige honderden euro’s per stuk. Als je dan die standaards koopt blijkt het om tientallen soms honderden pagina’s tekst per stuk te gaan. Bovendien wordt in elke standaard weer naar andere ISO-standaards verwezen, soms wel vijf of zes per NEN-standaard. Ook aan die standaards moet dan voldaan worden, dus die moet je dan ook weer kopen. Dat kan enorm in de papieren lopen. Om vervolgens ook iets over de ‘wetsgeschiedenis’ van die standaards te weten te komen moest Rookpreventie Jeugd een procedure volgen gebaseerd op de Wet openbaarheid van bestuur. En dat bleek ook bepaald geen gelopen race te zijn.
Bezwaren van NEN-ISO tegen openbaarheid
De NEN maakt bezwaar tegen afgifte van de achtergrondinformatie over de standaards omdat het zou gaan om geheim te houden “bedrijfs- en fabricage-gegevens” en omdat openbaarmaking de “internationale betrekkingen” van Nederland zou schenden. Terzijde, de tabaksstandaards van ISO en NEN, inclusief de ISO-rookmachine, komen niet uit de koker van gespecialiseerde, onafhankelijke ISO-wetenschappers, maar van Coresta, het wetenschappelijk instituut van de gezamenlijke tabaksindustrie. Ook de ISO heeft zijn eigen tabakscommissie en ook daar is de tabaksindustrie dominant. Dat maakt het hele verhaal nog veel saillanter, want het komt erop neer dat dit cruciale op handhaving gerichte deel van de tabakswetgeving door de tabaksindustrie zelf is ontwikkeld en geschreven.
‘Bedrijfs- en fabricagegegevens’ is inderdaad een weigeringsgrond uit de Wet openbaarheid van bestuur. Maar Rookpreventie Jeugd zegt dat dat niet uit mag maken nu de standaards tot wetgeving leiden of kunnen leiden. Eigenlijk vreemd dat hier discussie over moet worden gevoerd en dat je hiervoor naar de rechter moet; de wet bindt de burger, dus mag/moet de burger kunnen nagaan hoe die wet precies in elkaar zit en hoe die tot stand is gekomen, zou je zeggen. Nee, zegt NEN, openbaarmaking bedreigt ons verdienmodel...
‘Internationale Betrekkingen’ is ook een weigeringsgrond uit de Wet openbaarheid van bestuur. Maar Rookpreventie Jeugd zegt dat dat gaat over (diplomatieke) betrekkingen die Nederland heeft en onderhoudt met andere Staten en internationale organisaties als de Verenigde Naties, de Wereldgezondheidsorganisatie, het Internationaal Gerechtshof, enz. Dat gaat niet over de relatie tussen Nederland en allerhande private organisaties zoals ISO (International Standards Organisation) of bijvoorbeeld de FIFA of de IBA (International Bar Association). Moeten we hier nu ook al voor naar de rechter?
Gelukkig is dit geen gevecht tegen de bierkaai. Rookpreventie Jeugd heeft goede hoop dat de gevraagde informatie alsnog openbaar wordt en duidelijk wordt wat de achtergrond van de besproken NEN-ISO-standaards is. De rechtbank Amsterdam doet vermoedelijk ergens in het najaar uitspraak.
*Phon van den Biesen is advocaat van Rookpreventie Jeugd.