Advies advocaat-generaal EU Hof: sjoemelsigaret kan blijven
8 september 2025

In een advies aan het Europees Hof ziet de advocaat-generaal geen mogelijkheid voor rechtspersonen als Rookpreventie Jeugd om een alternatieve meetmethode voor teer, nicotine en koolmonoxide in sigarettenrook te eisen. Maar de discussie of de bestaande norm wel geldig is, wil hij wel voeren.
Door de webredactie
Rechtspersonen zoals Stichting Rookpreventie Jeugd kunnen aan de Tabaksproductenrichtlijn geen recht ontlenen om te bewerkstelligen dat de uitstoot van sigaretten met een andere meetmethode dan de in de richtlijn voorgeschreven ISO-methode moet worden gemeten. Tegelijkertijd is de discussie of die ISO-normen wel geldig zijn omdat ze nooit in het officiële Publicatieblad van de Europese Unie zijn gepubliceerd, onvoldoende gevoerd.
Dat concludeert advocaat-generaal Nicholas Emiliou van het Europees Hof van Justitie in zijn donderdag gepubliceerde advies aan het Hof in de zaak rond de sjoemelsigaret. In die zaak vraagt Rookpreventie Jeugd (RPJ) sinds 2019 om handhaving van de maximumemissies van teer, nicotine en koolmonoxide (TNCO) met een meetmethode die het werkelijke rookgedrag van rokers realistischer benadert. Het RIVM concludeerde al in 2018 en in 2023 opnieuw dat bij gebruik van zo’n methode (Canadian- of WHO-Intense) de emissies van filtersigaretten veel hogere waarden aan TNCO bevatten, gemiddeld een factor 3 hoger.
Het Europees Hof van Justitie buigt zich sinds februari vorig jaar voor de tweede keer over deze zaak, nadat het College van Beroep van het bedrijfsleven (CBb) opnieuw via prejudiciële vragen om advies van het Hof had gevraagd. Eerder deed ook de rechtbank Rotterdam dat, die op basis van het arrest dat het Hof toen gaf Rookpreventie Jeugd in het gelijk stelde. Hoger beroep tegen dat vonnis deed de zaak bij het CBb belanden. Opmerkelijk is dat in die hele procedure geen enkele rechter eerder heeft gesteld dat RPJ aan de TPD geen recht zou kunnen ontlenen om aanpassing van de meetmethode te vragen.
Twee lichtpuntjes
“Als het Hof deze conclusie van de advocaat-generaal overneemt, dan is dat uiteraard zeer teleurstellend voor ons”, reageert Wanda de Kanter, voorzitter van RPJ. “We zijn al sinds 2016 met dit onrecht bezig, nadat de Amerikaanse klokkenluider Jeffrey Wigand (The Insider) ons liet zien hoe de industrie de TNCO-metingen manipuleert door gaatjes in de filters van sigaretten aan te brengen. Bij metingen met de ISO-methode, die nota bene door de tabaksindustrie zelf is ontwikkeld, zijn die gaatjes niet afgedekt waardoor de rook met lucht wordt verdund. Rokers dekken die gaatjes af met hun vingers en lippen en krijgen daardoor veel meer gifstoffen binnen dan wettelijk is toegestaan. De aangifte tegen de tabaksindustrie was mede daarop gebaseerd. De rechter verwees ons in die zaak naar de overheid, waarna we het handhavingsverzoek bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit hebben neergelegd.”
De Kanter ziet niettemin twee positieve punten: “Deze hele zaak heeft er wel voor gezorgd dat er nu niemand meer is die niet weet dat de metingen worden gemanipuleerd. VWS, de NVWA en het RIVM staan aan onze kant en ook de Europese Commissie is op de hoogte. We moeten nu alles op alles zetten dat bij de herziening van de Tabaksproductenrichtlijn de meetmethode wordt aangepast. Discussie over de geldigheid van de ongepubliceerde ISO-methode kan daar ondersteunend in zijn.”
‘Eerder arrest moet restrictief uitgelegd’
Dat de zaak opnieuw bij het Europees Hof belandde komt vooral doordat het eerdere arrest van het Hof van 22 februari 2022 op verschillende manieren werd uitgelegd. Advocaat-generaal Emiliou onderscheidt in zijn conclusie een restrictieve en de ruime uitleg.
Daarover zegt Jacques Sluysmans, advocaat van RPJ: “De restrictieve uitleg houdt in dat de mogelijkheid voor de nationale rechter om een alternatieve meetmethode te hanteren alleen aan de orde is als de tabaksproducenten geen toegang hebben tot de relevante ISO-normen. De ruime uitleg houdt in dat die mogelijkheid ook bestaat als andere personen, zoals de Stichting, geen toegang hebben tot die ISO-normen. De advocaat-generaal geeft toe dat in het arrest op een verwarrende wijze de begrippen ‘ondernemingen’ en ‘particulieren in het algemeen’ worden gehanteerd, maar meent om diverse redenen, die uitvoerig worden uiteengezet, dat hier de restrictieve methode moet worden gevolgd.”
‘Is de ISO-norm wel geldig?’
De advocaat-generaal meent verder dat de Uniewetgever bij het opstellen van de Tabaksproductenrichtlijn voor- en nadelen heeft afgewogen en bewuste keuzes heeft gemaakt tussen de bescherming van de volksgezondheid aan de ene kant en het beter functioneren van de markt voor tabak en aanverwante producten aan de andere kant.
In een uitvoerig naschrift werpt de advocaat-generaal ten slotte de vraag op wat de juridische consequenties moeten zijn van het feit dat een norm waarnaar in Europese regelgeving wordt verwezen niet openbaar wordt gemaakt in het Publicatieblad van de EU.
Sluysmans: “Een dergelijke omstandigheid zou volgens de advocaat-generaal ertoe kunnen leiden dat de betreffende bepaling – in ons geval: artikel 4 lid 1 van de Tabaksproductenrichtlijn waarin de ISO-methode wordt voorgeschreven – ongeldig is. Nu over deze kwestie in deze procedure nog onvoldoende debat is gevoerd, zou dit volgens de advocaat-generaal moeten leiden tot heropening van de mondelinge behandeling. Het valt uiteraard niet op voorhand te voorspellen wat het Hof met deze suggestie gaat doen, laat staan wat dan vervolgens de uitkomst is van deze afweging. In het geval artikel 4 lid 1 om voornoemde reden als ongeldig wordt beschouwd, zal dat uiteraard wel significante gevolgen kunnen hebben voor het verdere vervolg van deze procedure.”
Europees Hof | ISO-methode | TNCO | Canadian Intense | rechtszaak | sjoemelsigaret